Onlangs bestelde ik drie setjes kaarten bij onze vaste drukker. We hadden deze nodig voor onze maandelijkse training. De kaarten moesten uiteindelijk verdeeld worden over drie koffers met trainingsmateriaal. In plaats van drie setjes ontving ik ruim 50 setjes. Ik keek de bestelling nog eens goed na en had daadwerkelijk drie setjes besteld. Eenmaal in contact met de drukker kwam ik erachter dat het drukken van een grote hoeveelheid setjes goedkoper voor de drukker zelf was dan een kleine oplage.
Overproductie ontstaat wanneer een bedrijf meer produceert dan de klant vraagt. Een logisch gevolg van overproductie is voorraad. Voorraad die je mogelijk op korte termijn niet kwijt kan en misschien nooit nodig gaat hebben.
Een ander gevolg van overproductie is dat onnodig bepaalde grondstoffen gebruikt zijn. Maar overproductie kan ook leiden tot defecten en overbodig transport.
Dus concreet is overproductie meer produceren dan nodig is. Een voorbeeld is de klant die een bestelling doet en het bedrijf dat meer levert dan gevraagd. Overproductie kan ook ontstaan doordat je meer doet dan nodig is voor het vervolgproces. Of bijvoorbeeld door vooruitwerken voor mogelijke vraag. Ook het versturen van meerdere brieven naar een klant, terwijl één ook voldoende zou zijn, is een vorm van overproductie.
Wanneer bedrijven een aantal kopieën van iets nodig hebben vinden ze het fijn een voorraad klaar te hebben liggen, om ‘onnodig’ printwerk te voorkomen. Er liggen honderd exemplaren op voorraad, maar het document blijkt inmiddels verouderd te zijn. Het teveel wordt vernietigd en maakt plaats voor een nieuwe stapel: overproductie.
Maar overproductie kan ook een veel meer abstracte vorm aannemen. Het kan zich ook voordoen wanneer je bij het versturen van een e-mail te veel mensen opneemt in de CC-lijst.
Processen werken bij overproductie door, terwijl ze eigenlijk hadden moeten stoppen. Een verspilling van tijd, ruimte, aandacht, beheer en onderhoud.
